Dienstwoning - situatie per 01-01-2020
Uw werkgever kon u tot 1 januari 2020 door uw functie verplichten in een aangewezen dienstwoning te gaan wonen. Voor het gebruik van die woning betaalt u een vergoeding aan uw werkgever. Dat blijft ook na 1 januari 2020 het geval als u nog in een dienstwoning woont.
Maandelijkse vergoeding
De maandelijkse vergoeding voor uw dienstwoning is gelijk aan de economische huurwaarde van de woning. U betaalt uw werkgever dus ongeveer hetzelfde bedrag dat u voor een vergelijkbare huurwoning zou betalen. De vergoeding voor uw dienstwoning bedraagt maximaal 12% van uw salaris plus een eventuele waarnemingstoelage en periodieke toelage (de berekeningsgrondslag).
Loonheffing
Is de huurwaarde van uw dienstwoning hoger dan 12% van de berekeningsgrondslag? Dan betaalt u dus geen hogere vergoeding. U moet echter wel loonheffing betalen over het bedrag dat boven die 12% uitgaat. Er is geen loonheffing verschuldigd boven 18% van de berekeningsgrondslag.
Verhoging huurwaarde
Jaarlijks wordt vastgesteld met welk percentage de huurwaarde per 1 januari wordt verhoogd.
Energie en water
Voor het gebruik van energie en water betaalt u afzonderlijke percentages. Hierbij gelden maximumbedragen. Deze percentages en bedragen worden jaarlijks per 1 januari vastgesteld. Bekijk de Bedragen CAO Rijk 2021 per 1 januari 2023.