Levenslooptegoed opnemen

Het levenslooptegoed dat eind oktober 2021 nog niet is opgenomen, komt vrij per 1 november 2021. Op het bedrag dat de levensloopinstelling uitbetaalt wordt loonheffing ingehouden.

Inhoudingen

Neemt u (een deel) van uw levenslooptegoed op voor levensloopverlof? Dan keert de (bank)instelling waar uw levenslooprekening loopt het benodigde geld uit aan uw werkgever. Uw werkgever betaalt deze bedragen aan u, met inhouding van:

• Loonheffing: tijdens uw (deeltijd)levensloopverlofperiode betaalt u over uw levensloopuitkering loonbelasting en premie volksverzekeringen.
• Pensioen gedurende de eerste 12 maanden van het (deeltijd)levensloopverlof: u betaalt over uw levensloopuitkering het werknemersdeel van de pensioenpremie (Premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen, Anw-compensatie en ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen. Dit is inclusief de premie voor het aanvullende ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen.
• Pensioen vanaf de 13e maand van het (deeltijd) levensloopverlof: u betaalt over uw levensloopuitkering geen pensioenpremie meer. U betaalt dan wel de premie voor het aanvullende ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen, premie voor de voorwaardelijke inkoop (VPL).

Neemt u (een deel van) uw levenslooptegoed op voor een ander doel dan levensloopverlof? Dan wordt op het uitbetaalde bedrag de gebruikelijke loonheffing ingehouden.

Loonheffing uitbetaling levenslooptegoed bij 61 jaar of ouder

Bent u op 1 januari van het jaar waarin u het levenslooptegoed opneemt 61 jaar of ouder? Dan verandert de belastingheffing op de uitbetaling van het levenslooptegoed. Het valt dan onder de categorie ‘loon uit vroegere dienstbetrekking’ (dus de groene loonbelastingtabel) en wordt als bijzonder beloning belast. U heeft geen recht meer op arbeidskorting en betaalt over de uitbetaling dus meer belasting. In 2021 is dit van toepassing wanneer u in 1959 of daarvoor geboren bent.