Duur werkloosheidsuitkering

De WW-uitkering heeft een uitkeringsduur van minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden. De duur van uw WW-uitkering is afhankelijk van uw arbeidsverleden.

Wekeneis en jareneis

Als u aan de wekeneis voldoet, heeft u recht op een WW-uitkering van 3 maanden. Heeft u in de laatste 36 weken vóórdat u werkloos werd, in minstens 26 weken gewerkt? Dan voldoet u aan de wekeneis.

U heeft recht op een langere WW-uitkering als u ook aan de jareneis voldoet. De jareneis houdt in dat u in de 5 kalenderjaren voordat u werkloos werd, over 4 kalenderjaren minimaal 208 uren per kalenderjaar salaris moet hebben ontvangen.

Arbeidsverleden

Het arbeidsverleden bestaat uit de volgende 2 elementen:

  • uw feitelijk arbeidsverleden. Sinds 1998 wordt gekeken naar de kalenderjaren dat u daadwerkelijk heeft gewerkt en of u in die jaren voldoende dagen/uren heeft gewerkt. Op de site van UWV kunt u de gegevens van uw arbeidsverleden inzien.
  • uw fictief arbeidsverleden: als u voor 1989 bent geboren tellen de jaren dat u 18 werd en de daarop volgende jaren tot en met 1997 mee als fictief arbeidsverleden.

In 3 situaties worden kalenderjaren, waarin u niet heeft gewerkt, toch betrokken in de berekening van uw arbeidsverleden:

  • jaren waarin u niet heeft gewerkt, maar zorgde voor kinderen jonger dan 5 jaar (deze jaren tellen voor de helft mee);
  • jaren waarin u niet heeft gewerkt, maar mantelzorg heeft verleend aan zieken of gehandicapten en hiervoor bent betaald uit een persoonsgebonden budget (deze jaren tellen voor de helft mee);
  • jaren waarin u een volledige WIA- of WAO-uitkering kreeg.

Zie voor meer informatie uwv.nl.

Aanvullingsuitkering

Als rijksambtenaar heeft u na afloop van de WW-duur recht op een aanvullingsuitkering. De hoogte van de aanvullingsuitkering bedraagt 70% van uw dagloon. De aanvullingsuitkering eindigt uiterlijk op de dag dat u de AOW-leeftijd bereikt.  U vraagt de aanvullingsuitkering aan bij APG.

Overbruggingsuitkering tot AOW-leeftijd

Bent u op de datum van ontslag ten hoogste 8 jaar verwijderd van de AOW-leeftijd die op het moment van het ontslag voor u geldt? En bent u op de datum van ontslag minimaal 10 jaar in dienst geweest? Dan heeft u recht op een overbruggingsuitkering. De hoogte van de overbruggingsuitkering is 70% van uw dagloon. De overbruggingsuitkering duurt tot de dag waarop u de AOW-leeftijd bereikt. Dat kan dus een hogere leeftijd zijn dan die gold op het moment van ontslag en daardoor kan de uitkering ook langer dan 8 jaar duren.

Geen transitievergoeding
Als u gebruikmaakt van uw recht op een overbruggingsuitkering krijgt u geen transitievergoeding. In de CAO Rijk is namelijk afgesproken dat de overbruggingsuitkering gelijkwaardig is aan de transitievergoeding. Dit wordt bij het einde van uw dienstverband opgenomen in de beëindigingsovereenkomst die u met uw werkgever sluit.
Maakt u geen gebruik van uw recht op een overbruggingsuitkering? Dan krijgt u alleen een transitievergoeding als u daar wettelijk recht op heeft. Dat houdt in dat UWV een ontslagvergunning moet hebben gegeven voor uw ontslag of dat de kantonrechter uw arbeidsovereenkomst ontbindt.

Let op! De rechten en plichten die gelden tijdens een WW-uitkering zijn ook van toepassing op de aanvullingsuitkering en overbruggingsuitkering.